Persoonlijke Hygiene en Kledingvoorschriften in de zorg

NAGELS

- Nagels zijn kortgeknipt en schoon.
- Nagellak en kunstnagels zijn niet toegestaan.

HAAR

- Het haar is schoon.

- Lang haar wordt opgestoken of bijeengebonden gedragen.
- Hoofddoeken worden strak om het hoofd gedragen.

BAARDEN EN SNORREN

- Baarden en snorren zijn goed verzorgd en kort geknipt.

SIERADEN

- Tijdens de werkzaamheden worden geen ringen, armbanden of polshorloges gedragen. Het is anders onmogelijk om de huid ter plaatse afdoende te reinigen. Dit geldt ook voor (gladde) trouwringen.
- Alle sieraden, waaronder piercings, waardoor de algemene hygiëne onvoldoende in acht genomen kan worden en daarmee een besmettingsbron kunnen zijn voor cliënten, worden afgedaan.
- Kettingen dienen ook afgedaan te worden

ZAKDOEKEN

- Tijdens de werkzaamheden worden papieren zakdoekjes gebruikt.
- Na gebruik worden de zakdoekjes direct weggegooid en de handen gewassen. Gebruikte zakdoeken die in de broekzak of elders in de kleding worden meegedragen, kunnen als besmettingsbron fungeren en iedere keer dat ze worden aangeraakt de handen besmetten.

ETEN, DRINKEN EN ROKEN

- Er wordt gegeten, gedronken en gerookt in daartoe bestemde en aangewezen ruimten.

SCHOEISEL

- Schoenen en klompen moeten van goed te reinigen materiaal zijn.
Advies: dicht schoeisel, geen slippers of sandalen.
- Bij zichtbare verontreiniging reinigt men direct het schoeisel.

KLEDING
- De kleding heeft korte mouwen. Korte mouwen maken een goede handhygiëne mogelijk.
- De kleding mag niet los hangen
- De kleding wordt iedere dag verschoond en gewassen op minstens 40˚C.
- Wanneer kleding tijdens de werkzaamheden zichtbaar wordt vervuild, wordt andere kleding aangetrokken.
- Beschermende kleding (bv. halterschort) wordt gedragen bij cliëntgebonden handelingen zoals, ADL-zorg, toiletbezoek, katheterisatie en wondbehandeling.
- Zorg dat er extra dienstkleding aanwezig is op de werkplek, zodat kleding vervangen kan worden bij eventuele verontreiniging.

INFECTIES

- Een medewerker met een infectie kan een bron zijn voor de omgeving en moet dit aan de leidinggevende meedelen. Volgens het protocol melding infectieziekten medewerkers zal vervolgens beoordeeld worden of de medewerker mag werken.